Professionals

voor vrouwen

Klinische toepassing fertiliteitspreservatie bij vrouwen

Een exacte voorspelling van de kans op verminderd of niet functioneren van de ovaria na een gonadotoxische behandeling is tot op heden niet nauwkeurig aan te geven.

Verschillende variabelen spelen hierbij een rol zoals de leeftijd van de patiënt en het soort behandeling. Uit meerdere studies blijkt echter dat de wens tot behoud van fertiliteit voor jonge vrouwen in toenemende mate belangrijk is. Infertiliteit ten gevolge van een gonadotoxische behandeling heeft een grote impact op de kwaliteit van leven. Het tijdig bespreken van de kans op infertiliteit en fertiliteitspreservatie opties is dan ook essentieel en wordt door de ASCO en de British Fertility Society (BFS) aanbevolen. Er zijn verschillende opties voor fertiliteitspreservatie bij vrouwelijke patiënten, die bestaan uit bewezen effectieve en experimentele behandelingen ( zie tabel 1).

Afscherming van de ovaria heeft een geringe effectiviteit door beschadiging als gevolg van strooistaling. Hetzelfde geldt voor transpositie, waarbij een ovarium verplaatst wordt buiten het radiatieveld zonder onderbreking van de oorspronkelijke vascularisatie. Hierbij zijn behalve strooistraling tevens ischaemie en cystevorming complicerende factoren. Het verplaatsen van een ovarium middels transplantatie buiten het radiatieveld is vooralsnog beschreven in case-reports. Hoewel klinisch toepasbaar, is deze techniek voorbehouden aan een derdelijnscentrum met expertise op het gebied van transplantatiechirurgie. Ovariumsupressie tijdens chemotherapie met als doel het verlies van de eicelvoorraad te beperken is alleen in een bepaalde groep patiënten effectief gebleken. Hormoontherapie met behulp van orale anticonceptiva heeft tot op heden niet geleid tot behoud van de ovariële reserve. De ovariële reserve bestaande uit met name primordiale follikels, is niet hormoon-afhankelijk.

Het invriezen van embryo’s is een bewezen effectieve en veilige procedure, zoals toegepast bij de IVF techniek. Vanwege de ruime ervaring die met deze techniek is opgedaan is de kans op een doorgaande zwangerschap 18,6 % per ontdooid embryo. Daarmee heeft deze behandeling waar mogelijk de voorkeur. Nadeel is de noodzaak van hormonale stimulatie ter voorbereiding van het invriezen van de embryo’s, waar 2 tot 3 weken tijd voor nodig is. Indien hormonale stimulatie ongewenst is en/of een partner ontbreekt, is de patiënte aangewezen op cryopreservatie van ovariumweefsel. Deze fertiliteitspreservatie behandeling verkeert nog in de experimentele fase waarbij middels een laparoscopische procedure ovariumweefsel wordt verkregen en ingevroren middels een vaststaand protocol. Anticiperend beleid lijkt gerechtvaardigd vanwege hoopvolle ontwikkelingen. Tot op heden zijn meer dan 100 kinderen geboren, deels na spontaan opgetreden zwangerschappen en deels na IVF na terugplaatsing van ontdooid ovariumweefsel. Toepassingen zoals in vitro maturatie of cryopreservatie van een intact ovarium inclusief de vascularisatie zijn in ontwikkeling. Een vroegtijdige verwijzing naar een gespecialiseerd centrum, voortdurend multidisciplinair overleg en ervaring met fertiliteitspreservatie technieken zijn minimale voorwaarden voor een voorspoedig klinisch traject. Naast het mogelijk voorkomen van infertiliteit lijkt er ook een duidelijk positieve uitwerking van het bespreken en uitvoeren van fertiliteitspresevatie te zijn. Goede en volledige informed consent ten aanzien van overwegingen van behandeling, de prognose en de verwachtingen van de patiënt zijn hierbij vereist.

Door toename van de lange termijn overleving van kinderen en vrouwelijk patiënten met kanker wordt aandacht voor behoud van fertiliteit en kwaliteit van leven belangrijker. Bespreking en uitvoering van fertiliteitspreservatie is verantwoord mits dit in een centrum met expertise, bij voorkeur in een onderzoeksetting, plaatsvindt. Het voorkomen van niet te realiseren verwachtingen en bespreken van de mogelijkheden en risico’s zijn hierbij vereisten. Verder onderzoek ter verbetering van fertiliteitspreservatie is noodzakelijk en onderzoek naar de psychosociale aspecten ervan wordt aanbevolen.

Periode Standaard behandeling Experimentele behandeling
Voor de puberteit Ovarium afscherming Hormoon therapie
Ovarium transpositie
Na de puberteit Ovarium transpositie Hormoon therapie
Cryopreservatie embryo’s Cryopreservatie ovariumweefsel
Cryopreservatie eicellen

Opties voor behoud van vruchtbaarheid bij vrouwen

Veel vrouwen bij wie door ziekte of behandeling de vruchtbaarheid verminderd kan worden, vinden het behoud van hun vruchtbaarheid belangrijk en willen informatie hierover. Maar:

  • ze vinden het misschien vervelend om vragen over vruchtbaarheid te stellen:
  • ze zijn vaak gefocust op de diagnose en de voorgestelde behandeling en niet in staat na te denken over vruchtbaarheid of de mogelijkheid in de toekomst een gezin te stichten.
  • ze zijn misschien niet op de hoogte van het risico op verminderde vruchtbaarheid door hun ziekte en/of behandeling zoals chemotherapie, bestraling (radiotherapie) of operatie
  • ze zijn misschien niet op de hoogte van de mogelijkheden voor behoud van de vruchtbaarheid en bang voor bijkomende ingrepen en/of handelingen.

Vrouwen kunnen later spijt krijgen als er geen aandacht is besteed aan het risico voor de vruchtbaarheid, voorafgaand aan een behandeling die de vruchtbaarheid kan verminderen. Door patiënten te informeren over een mogelijk risico, en over mogelijkheden om de vruchtbaarheid veilig te stellen, kan in overleg verwijzing van risicopatiënten naar een fertiliteitsarts of een gynaecoloog met het aandachtsgebied voortplantingsgeneeskunde plaatsvinden. Dit kan het welbevinden en de toekomstige kwaliteit van leven verbeteren. Ook vrouwen met een slechte prognose willen misschien over deze mogelijkheid nadenken en komen hiervoor in aanmerking.

Vruchtbaarheidsbehoud: waar in het behandeltraject?

a) Zie onderstaande tabel b) Zie onderstaande afbeelding

Opties voor behoud van vruchtbaarheid

De volgende tabel bevat korte beschrijvingen van de mogelijkheden die beschikbaar zijn voor vrouwen die hun vruchtbaarheid willen behouden.
De SIG Fertiliteitspreservatie-NNF adviseert om patiënten zo vroeg mogelijk door te verwijzen naar een specialist in een gespecialiseerd centrum voortplantingsgeneeskunde, voordat met de behandeling wordt begonnen. Zie de website voor contactgegevens.

Opties voor behoud van vruchtbaarheid bij vrouwen

Mogelijkheid Definitie Tijdstip Benodigde tijd Andere overwegingen
Opslag van embryo’s Hormonale stimulatie, eicellen oogsten,bevruchting en embryo’s invriezen voor latere terugplaatsing Voor de
behandeling
Minimaal 10-14 dagen poliklinische procedure Semen van partner nodig
Opslag van eicellen Hormonale stimulatie, eicellen oogsten en invriezen voor latere bevruchting en terugplaatsing Voor de behandeling Minimaal 10-14 dagen poliklinische procedure Kan geschikt zijn voor
alleenstaande vrouwen
Opslag van
eierstokweefsel
(experimenteel)
Eierstokweefsel invriezen en terugplaatsen (of in-vitro uitrijping van onrijpe eicellen en bevruchting van eicellen) Voor de behandeling Chirurgische ingreep onder algehele anaesthesie in dagopname Weefsel niet geschikt voor
transplantatie bij hoog risico
op uitzaaiingen in de eierstok;
tot nu toe geen levendgeborenen uit
in-vitro uitrijping
Stralings-
afscherming
Afscherming van de eierstokken ter vermindering van strooistraling Tijdens de behandeling In combinatie met bestraling Biedt geen bescherming tegen de effecten van chemotherapie
Transpositie
van de eierstokken
Chirurgische verplaatsing van de eierstokken buiten het stralingsveld Voor de behandeling Chirurgische ingreep of
in combinatie met gynaecologische
kankeroperatie
Biedt geen bescherming tegen de effecten van chemotherapie
Radicale
trachelectomie
Operatieve verwijdering van de baarmoederhals met behoud van de baarmoeder Tijdens de behandeling Chirurgische ingreep met ziekenhuisopname Beperkt tot baarmoederhalskanker
in vroeg stadium
Eierstok-
onderdrukking
(experimenteel)
GnRH-analogen of-antagonisten voor het onderdrukken van de eierstokken Tijdens de behandeling In combinatie met
chemotherapie
Biedt geen bescherming tegen de effecten van bestraling. Geeft (vervelende) bijwerkingen

Tabel aangepast naar de aanbevelingen van de American Society of Clinical Oncology uit 2006 voor vruchtbaarheidsbehoud bij kankerpatiënten; en Fertile Hope. Cancer and Fertility: Fast Facts for Reproductive Professionals.
Ivf=in-vitrofertilisatie • GnRH=gonadotropin-releasing hormone

Naast de behandelingen die beogen de vruchtbaarheid met gameten van eigen genetisch materiaal te bewerkstelligen, zijn er ook alternatieve methoden van ouderschap.

Mogelijkheid Definitie Tijdstip Benodigde tijd Andere overwegingen
Donor eicellen Eicellen gedoneerd
door een andere vrouw
Na de behandeling Varieert; wordt gedaan in combinatie met hormonale voorbehandeling Niet-anonieme donatie (bekende of onbekende donor)
Donor embryo’s Embryo’s gedoneerd door een stel Na de behandeling Varieert; wordt gedaan in combinatie met hormonale behandeling Donor embryo’s van IVF kliniek met niet-anoniem donorpaar
Adoptie Proces waarbij een wettelijke ouder-kindrelatie
tot stand wordt gebracht
Na de
behandeling
Varieert afhankelijk van het soort adoptie Medische voorgeschiedenis kan een rol spelen
Pleegzorg Tijdelijke zorg voor een kind Na de behandeling Geen wettelijke ouder-kind relatie.
Mogelijk tot leeftijd 42 jaar

Therapie en het risico op onvruchtbaarheid

De eerste stap naar vruchtbaarheidsbehoud bestaat uit het beoordelen van het risico op onvruchtbaarheid als gevolg van de te starten behandeling (van kanker).

In de volgende tabel zijn diverse behandelschema’s ingedeeld op basis van het bekende risico op onvruchtbaarheid bij vrouwen (gedefinieerd als permanent uitblijven van de menstruatie). Verschillende chemotherapie-schema’s kunnen een ander effect hebben op de vruchtbaarheid. Voor radiotherapie geldt als vuistregel dat 2 Gy de eicelvoorraad al tot de helft kan verminderen bij zowel meisjes als vrouwen (Wallace, 2011) Daarnaast lijkt de leeftijd waarop de bestraling plaatsvindt ook een rol te spelen. Omdat de voorraad onrijpe eicellen bij oudere vrouwen vanwege hun leeftijd al meer is afgenomen, brengt een bepaalde hoeveelheid straling voor een oudere vrouw meer risico’s op onvruchtbaarheid met zich mee dan voor een jongere vrouw. Het definitieve risico op onvruchtbaarheid verschilt dus per patiënt. Raadpleeg hiervoor de betrokken oncologisch behandelaar.

Fertile Hope biedt ook een online risicocalculator die toegankelijk is via hun website (in het Engels).

Voor patiënten die zwanger willen worden, is het belangrijk bij het opstellen van het behandelplan rekening te houden met de leeftijd van de patiënte. Patiënten die ouder zijn dan 35 jaar hebben wellicht minder mogelijkheden voor vruchtbaarheidsbehoud vanwege hun reeds afgenomen eicelvoorraad.

Risico op schade aan de vruchtbaarheid als gevolg van behandelingen

N.B. De weergegeven risico’s in de tabellen zijn slechts een indicatie van het mogelijke risico op vermindering van de vruchtbaarheid als gevolg van een behandeling. Risico’s kunnen per patiënt (leeftijd, exacte dosis medicatie) verschillen. Bovendien gaat het om de initiële behandeling. Het risico verandert indien bij onvoldoende reactie op de initiële behandeling naar een ander schema moet worden overgestapt of wanneer er sprake is van een recidief. Raadpleeg een specialist voor meer specifieke risico’s.

Type behandeling Locatie Risico
Operatie Buiten het onderbuikgebied Geen
Operatie in bekken of onderbuikgebied Matig
Verwijdering beide eierstokken of baarmoeder
Verwijdering 1 eierstok
Hoog
Matig
Verwijdering hypofyse/hypothalamus* Hoog
Bestraling Total Body Irradiation Hoog
Bekken (totale dosis op ovaria) >5 Gy
Bekken (totale dosis op ovaria) 2-5 Gy
Bekken (totale dosis op ovaria) <2 Gy
Hoog
Matig
Laag
Craniaal (totale dosis) > 24 Gy * Hoog
Spinaal Afhankelijk van de dosis die de ovaria bereikt (zie Bekken)
Systemische behandeling ABVD (Adriamycine, Bleomycine, Vinblastine, Dacarbazine) Laag
Alkylerende chemotherapie bij conditionering voor (beenmerg)transplantatie Hoog
AC (Adriamycine, cyclofosfamide)
>40 jaar
>30 jaar
Matig
Laag
Bevacizumab Onbekend
Cetuximab Onbekend
CMF, FEC, FAC kuren (6 cycli)
> 40 jaar
> 30-39 jaar
< 30 jaar
Hoog
Matig
Laag
Cyclofosfamide (totale dosis) >7.5 gram/m2 Hoog
Cyclofosfamide (totale dosis) >5 gram/m2
>40 jaar
<40 jaar
Hoog
Matig
Erlotinib Onbekend
Imatinib Onbekend
Interferon alpha Geen
Irinotecan Onbekend
Methotrexaat 5-fu Geen
NOVP (Novantrone, Oncovin, Vinblastine, Prednison) Laag
OEPA (Oncovin,etoposide, prednison, adriamycine) Laag
Oxaliplatine Onbekend
Procarbazine protocollen (MOPP, MVPP, COPP, ChlVPP, BEACOP) Hoog
Radioactief jodium Geen
Tamoxifen Hoog (voor de duur van het gebruik)
Taxanen (Paclitaxel, Docetaxel) Onbekend
Trastuzumab Onbekend
Vincristine Geen

* Hormonale suppletie mogelijk. Consulteer een endocrinoloog.

Tabel aangepast naar de aanbevelingen van de American Society of Clinical Oncology uit 2006 voor vruchtbaarheidsbehoud bij kankerpatiënten; Fertile Hope. Cancer and Fertility: Fast Facts for Reproductive Professionals; en Meirow D, et al. Clin Obstet Gynecol. 2010;53:727-739.

Bronnen

Voor meer informatie over risico op onvruchtbaarheid en over mogelijkheden voor vruchtbaarheidsbehoud voor vrouwen met kanker en over doorverwijzen van patiënten naar een specialist op het gebied van vruchtbaarheidsbehoud:

Referenties